Zelforganisatie

talen: ennl

Organisatie van bovenaf

Voor de komst internet, en al helemaal voor de komst van de telefoon, was het een hele opgave om groepen mensen te organiseren. Daar groeiden hele instituten omheen, zoals kerken en vakbonden. Die instituten hadden de middelen om veel menskracht te steken in de organisatie van groepen mensen, zonder zo’n instituut was het lastig. Denk je eens in hoe veel werk je zou moeten verzetten om 10.000 boze leden van een beroepsgroep op het Malieveld te krijgen, allemaal op dezelfde dag en tijd!

Organisatie van onderaf

Tegenwoordig zijn die instituten daar niet meer voor nodig. Met een berichtje op de juiste plek op internet heb je soms zo een leger aan activisten op de been. Geen kosten, geen instituut. Volgens Clay Shirky zijn er drie vormen van groepsorganisatie van onderaf, die niet alle even makkelijk zijn.

Samen delen is het makkelijkst, zeker als het gedeelde digitaal is. Met een goed platform is het makkelijk voor mensen om hun foto’s te delen, hun meningen, hun data, zonder elkaar ook maar te kennen of zich deel van een groep te voelen.

Samen iets maken dat één geheel vormt kost al meer moeite. Bij deze collectieve productie is niemand eigenaar van het project, maar zonder de inspanningen van iedereen zou het resultaat niet hetzelfde zijn. Denk bijvoorbeeld aan hoe Wikipedia gevuld raakt, door de expertise en tijd van heel veel mensen.

Collectieve actie tenslotte vraagt veel meer coördinatie dan de vorige twee. Deelnemers moeten het tot in groot detail eens zijn over hoe het project er uit moet komen te zien. Als er moeilijke keuzes moeten worden gemaakt zullen sommige deelnemers het misschien niet eens zijn met de uitkomst, maar het project is toch zo belangrijk voor ze dat ze de keuze ondersteunen. De interne cohesie in de groep is bepalend voor het succes.

Zelforganisatie

Een onderbelicht onderwerp is zelforganisatie. Hierbij wordt per saldo samengewerkt, maar zonder dat iemand het overzicht heeft en zelfs zonder dat er een directe aanleiding of aanstichter is. Toch ontstaan uit de optelsom van het eigen initiatief van velen soms krachtige verbindingen. Omdat de tijd er rijp voor was en mensen vanuit dezelfde waarden handelden.

Onze samenleving kent weinig beloning voor eigen initiatief. De meeste mensen hebben van hun weg tot hun gaf iemand die hen vertelt wat er gedaan moet worden. Eerst ouders, dan de juf, de baas, de partner en uiteindelijk de verpleegster. De vraag “wat vind jij dat er gedaan moet worden en wat heb je nodig om het te doen?” die horen we niet vaak, en de meesten van ons kunnen er weinig mee.